Laden

Levensbedreigende situatie? Bel altijd 112

Dagboek van een triagist: van verstuikte enkel tot gebroken hart

Het is zaterdagmiddag, 16:00 uur. De telefoon rinkelt onafgebroken. Ik ben om 15 uur aan mijn dienst bij Dokterswacht begonnen nadat ik zelf net langs de lijn heb gestaan om het voetbalteam van mijn zoon aan te moedigen.

Fijn dat het seizoen weer is begonnen. Kop in de wind, de geur van natgeregend gras en 22 enthousiaste pubers die achter de bal aanrennen alsof hun leven ervan hangt. Dat is leuk en aardig om naar te kijken, maar ik hield een paar keer mijn hart vast. Niet door de stand, maar door een harde tackle op de bal en een speler die rakelings met zijn hoofd langs de doelpaal schampt, omdat hij de bal wil koppen.

Ik denk op zo’n moment niet aan een mogelijk doelpunt, maar “Oh jee, dat had zomaar een flink hoofdletsel kunnen zijn”. Je werkt bij Dokterswacht of niet…

Terug naar het nu, ik neem op: “Dokterswacht Friesland, goedemiddag, waar kan ik mee helpen? 

Aan de andere kant van de lijn hoor ik een jongeman. Zijn stem klinkt gespannen: 

“Ik ben net tijdens het voetballen geblesseerd geraakt. Mijn enkel doet ontzettend pijn en ik kan er niet meer goed op staan.”

Sportblessures

Toeval bestaat. Of nou ja, toeval: vragen over sportblessures komen vaak voor in het weekend. Soms heftig en heeft het spoed, maar meestal doorsnee en gewoon heel vervelend.

Maar die gedachte stop ik weg als ik iemand spreek. Het is mijn taak om snel, maar zorgvuldig, een beeld te vormen van de situatie. Wat moet nu, wat kan wachten tot de eigen huisarts er weer is en wat kan de patiënt zelf doen. Ik vraag door:

  • Wat is er precies gebeurd? 
  • Zijn er andere klachten? 
  • Is er een zichtbaar letsel, zoals een scheve stand of een wond?
  • Hoe is de doorbloeding van de voet?
  • Kan hij de enkel enigszins bewegen?

Terwijl ik luister, let ik niet alleen op de antwoorden, maar ook op de manier waarop hij spreekt. Klinkt hij erg benauwd? Is hij in paniek? Die signalen zijn minstens zo belangrijk.

Bij deze jongeman is de enkel pijnlijk en hij kan er niet volledig op kan staan, maar er is geen zichtbare scheefstand of wond. De voet is warm en mooi van kleur. Dat is geruststellend: de kans op een acute levens- of ledemaatbedreigende situatie is klein.

Afwachten is veilig

Ik leg de jongeman uit dat het vermoeden van een breuk klein blijkt te zijn en het advies is om eerst af te wachten. Ik leg uit dat tijd vaak helpt om een duidelijker beeld te krijgen van het opgedane letsel. Om de pijn te verlichten en het herstel te bevorderen geef ik een eerste advies:

  • enkel hoog leggen
  • koelen met een coldpack of zak diepvriesgroenten
  • belasten op geleide van pijn. 
  • Paracetamol in de juiste dosering om de pijn te verlichten.

Pijnstilling innemen staat een beoordeling door een arts niet in de weg. Een breuk is een breuk en dat merkt een arts op; of je nu wel of niet paracetamol hebt ingenomen. Daarover is nog wel eens verwarring, merken triagisten vaak aan de lijn.

Daarnaast adviseer ik de jongeman om na het weekend contact op te nemen met de eigen huisarts wanneer de pijn aanhoudt, er een ongewone zwelling of verkleuring is ontstaan en wanneer hij zijn voet dan nog niet kan belasten. Ik leg uit dat de huisarts dan kan kijken of het alsnog nodig is om een röntgenfoto te maken.

Foto’s maken

De jongeman geeft aan het te begrijpen. Bij de moeder hoor ik een vertwijfeling op de achtergrond. Ik hoor haar de vraag stellen of hij echt niet meteen gezien moet worden, stel dat er toch iets is gebroken, wat dan?

Ik begrijp dat helemaal vanuit het perspectief als moeder en geef dit ook terug. Ik leg uit dat ik vanuit mijn werk prioriteiten moet stellen. Welke patiënt moet direct gezien worden, wat is medisch noodzakelijk en welke patiënt kan met een goed en veilig advies overbruggen tot de eigen huisarts er weer is, zodat er ruimte blijft voor iemand anders met bijvoorbeeld hartproblemen.

Als er na het weekend toch een breuk blijkt te zijn, is dit erg vervelend voor de patiënt, maar het heeft geen invloed op het herstel. Ik merk dat mijn uitleg zorgt voor duidelijkheid en begrip. Dat is fijn voor zowel de patiënt als voor mij.

Schakelen

Met een goed gevoel rond ik het gesprek af. Deze patiënt is veilig, krijgt op het juiste moment zorg en weet wat hij in de tussentijd zelf kan doen.

Als ik ophang, rinkelt de telefoon alweer. De volgende patiënt wacht.

Bij het horen van een trillende zachte vrouwenstem aan de andere kant van de lijn, sta ik direct op scherp. “Wat is er mis?”, schiet er door mijn hoofd. 

“Ik denk dat mijn man is overleden”.

De woorden dringen bij me binnen, ik luister aandachtig naar haar gebroken stem. Ik moet even slikken, het is hartverscheurend. Ik zorg dat de huisarts direct bij haar langskomt voor de schouwing.  (de huisarts gaat dan officieel vaststellen of de patiënt daadwerkelijk is overleden). 

Ik denk weer even terug aan het gesprek hiervoor waarbij de voetballer eigenlijk ‘zijn’ afspraaktijd heeft gegeven aan deze mevrouw.

Doordat hij thuis blijft, kan de huisarts naar haar toe en niet andersom.

Als hij dat toch eens wist…

Even bijkomen

Het voelt kil om het gesprek met deze mevrouw af te ronden. Je bent op een erg kwetsbaar moment even heel dichtbij iemand die je niet eens kent. Toch zit mijn taak erop nadat deze mevrouw haar verhaal heeft gedaan en ik de huisarts heb ingeroepen. Ik wens haar sterkte en hang op.

Hierna moet ik even bijkomen. Een bakje koffie, een frisse neus en even stoom afblazen bij een collega die een arm om me heen slaat en vraagt hoe het gaat.

Om vervolgens de telefoon weer op te pakken. 

“Dokterswacht Friesland, goedemiddag waar kan ik mee helpen? “

Ik moet direct terugschakelen. De volgende sportblessure kondigt zich aan. O ja, het sportseizoen is immers weer begonnen, flitst er door mijn hoofd…

Terug naar overzicht