“Ik had haar vader zijn leven gered!” – de telefonisch triagist
19-12-2024 -“Gisteravond heb ik in vier uur tijd 26 patiënten gesproken. Dan gaat je hoofd op een gegeven moment wel tollen,” vertelt Irene, regieassistent en telefonisch triagist op het TriageCenter (TC) bij Dokterswacht Friesland. Die telefoontjes variëren van een schouwing tot een hersenbloeding en een simpele verkoudheid. Ze geeft ons een inkijkje in haar bijzondere werk.
Hoogte- en dieptepunten
“Mijn baan bestaat uit hoogte- en dieptepunten,” zegt Irene. “Je hebt dankbare mensen die je tot tranen toe kunnen roeren, maar ook regelmatig wantrouwen en zelfs boosheid. Dat wantrouwen kan ik best begrijpen: je belt met een onbekende persoon, niet je eigen vertrouwde huisartsenpraktijk, en je legt je zorgen in zijn of haar handen.” Ze merkt dat mensen soms moeite hebben om advies te accepteren, vooral als ze een bezoek aan de huisartsenspoedpost verwachten terwijl dat niet nodig is.
Uit ervaring weet Irene dat mensen soms klachten aandikken om naar de huisartsenspoedpost te ‘mogen’. Een extra factor die het haar werk niet gemakkelijk maakt. “Ik sprak laatst een mevrouw die geïrriteerd vertelde dat ze niet meer op haar been kon staan. Na doorvragen beoordeelde ik dat ze gezien moest worden op de huisartsenspoedpost. Achteraf bleek het een slijmbeursontsteking te zijn en kon ze wél op haar been staan; ze had ‘alleen’ veel pijn bij al langer bestaande klachten. Dat is natuurlijk erg vervelend, maar dit was geen spoedgeval”. De wachttijden aan de telefoon en op de huisartsenspoedpost kunnen hierdoor enorm oplopen en dat is een probleem voor mensen die wél met spoed zorg nodig hebben.
Verschil maken
Gelukkig zijn er genoeg momenten waarop Irene écht verschil kan maken, zoals toen ze het leven van een patiënt redde door, na overleg met de huisarts op de post, haar niet ‘pluis-gevoel’ kenbaar maakte zodat de patiënt doorverwezen werd voor verder onderzoek. “De dochter van de patiënt viel me naderhand huilend in de armen en zei: ‘Je hebt mijn vader zijn leven gered!’ Zulke momenten maken al het harde werk meer dan de moeite waard.”
Irene deelt nog een ingrijpende ervaring van een mevrouw met vage buikklachten. “Iets in me zei dat het ernstig was, ze waren doorverbonden door de meldkamer, maar de klachten waren niet duidelijk. Op basis van onderbuikgevoel gaf ik haar een afspraak op de huisartsenspoedpost. Later die avond hoorde ik dat daar een reanimatie plaatsvond. Ik wist meteen: dat is mijn patiënt.” Het bleek dat ze een aneurysma had. “Dat het niet goed afliep, draag ik altijd met me mee. Al had ik op dat moment niet anders kunnen handelen aangezien ze ‘ABCD-stabiel’ (een manier van toetsen of iemand in levensgevaar is) was op het tijdstip van bellen. Maar het blijft natuurlijk een hele verdrietige afloop, die je niet in je koude kleren gaat zitten,” vertelt Irene. Dat haar werk een groot verschil maakt in mensenlevens is duidelijk.
De krenten in de pap
Ondanks die druk, de soms nare gesprekken en de complexiteit van haar werk straalt Irene als ze erover vertelt. Het fijnst aan haar werk vindt ze advies geven en mensen geruststellen. “Een ongeruste ouder van een kind met koorts vertel ik wat de functie van koorts is en dat de hoogte daarvan meestal niet belangrijk is. Ik merk dat mensen het fijn vinden als ik dat doe en dat geeft mij energie. Ik zeg nog steeds iedere dag: Ik heb de leukste baan ter wereld!”